Familiegeschiedenis JANSSEN
Start | Welke nationaliteit? | Jonge vaandeldragers | Fotogalerij | Contact |
||
|
||
Inhoudsopgave
De eerste en tweede generatie: van Helden naar Tegelen De derde generatie: Andreas Janssen Pottenbakkers De vierde generatie: Josephus Laurentius Janssen Joseph Engels De vijfde generatie: Andreas Arnoldus Janssen Naar Deventer De pottenbakkerij De zesde generatie De zevende generatie De achtste generatie De familie Koolhof De familie Engels De familie Bernards Andere zijtakken Overige informatie |
Joseph Engels
Joseph Engels is te Tegelen op 1 januari 1844 geboren als zoon van
pottenbakker Henricus Engels (geboren op 20 december 1802 te Tegelen en
aldaar gestorven op 30 maart 1872 ) en Elisabeth Jacobs (geboren op 22
augustus 1803 te Tegelen en aldaar gestorven op 11 januari 1874). Waar
Henricus Engels zijn pottenbakkerij heeft is niet geheel duidelijk. In
het jaar 2000 worden aan de Grotestraat, bij het adres waar Henricus
Engels woonde, potscherven gevonden. Op basis van de archieven kan niet
worden vastgesteld dat hier een werkplaats is geweest, maar naar alle
waarschijnlijkheid heeft Henricus Engels hier in de eerste drie
decennia van de 19de eeuw zijn werkplaats gehad. Waar hij in het midden
van de 19de eeuw heeft gewerkt is onduidelijk. In de periode 1863-1864 woont Joseph gedurende een jaar in Luik, waarschijnlijk om een keramische opleiding te volgen. Vervolgens keert hij naar Tegelen terug, waarna we zijn naam vaker in connectie met pottenbakkerswerkzaamheden tegenkomen. Zo betaalt hij in de periode vanaf 1870 octrooirechten op potaarde. In 1872 overlijdt zijn vader. Het volgende jaar koopt Joseph een stuk grond bij de Haandert van koopman Gerard Jan de Rijk. Deze man staat bekend als een zeer rijke Limburger. De grond staat ingeschreven als schaapsweide. Dit stuk grond is hetzelfde als de huidige Industriestraat nummers 52, 54 en 56. Engels richt hier een pottenbakkersfabriek op. Op 11 april 1874 trouwt hij met de twee jaar oudere Sibilla Adelgunda Stinkes uit Breijel. Stinkes is de dochter van Peter Johan Stinkes en Lucia Helena Hautzer. De familie Stinkes woont tot rond 1890 op een boerenbedrijf gelegen aan de Fongern 14 in Breijell. De kans is groot dat Sibilla daar geboren en getogen is. Sibilla heeft een broer: Johann Jacob Stinkes. Naar het zich laat aanzien gaan de zaken van Joseph goed. In 1874 start hij met een uitbreiding van zijn woning en bedrijf. Hij huurt een metselaar, Conrard Stoffels in. De bouw verloopt voorspoedig totdat op 11 juli 1874 een groot ongeluk gebeurt. De bouw stort in en Joseph en zijn metselaar worden bedolven onder een stenenmassa. Zij zijn beiden op slag dood. Hij laat zijn jonge zwangere bruid achter. Na drie maanden huwelijk staat zij er alleen voor. De Roer- en Maasbode doet op 18 juli 1874 verslag van het ongeluk. “Op het einde van verleden week heeft te Tegelen een betreurenswaardig ongeluk plaats gehad De kelder van een in aanbouw zijnde huis van den heer Engels , fabriekant van aardewerken , stortte in , met dit rampzalig gevolg dat de eigenaar en de metselaar Janssen sen , die zich op dat oogenblik in den kelder bevonden , beiden onder de nederploffende puinen den dood vonden.” Overigens is in dit bericht sprake van een misverstand waar gesproken wordt van metselaar Janssen wordt met zekerheid metselaar Conrard Stoffels bedoeld. In het archief van de gemeente Tegelen zijn documenten te vinden die dit bevestigen. Maar wie is dan deze Janssen? Dit is onze rechte voorvader Andreas Arnoldus Janssen die tijdens het noodlottige ongeval bij Joseph Engels als pottenbakkersknecht werkzaam is. Waarschijnlijk heeft de journalist beide namen verwisseld. De Industriestraat 52, 54, en 56 aan het einde van de 19de eeuw. |
Stamboom
Documenten
|