Familiegeschiedenis JANSSEN
Start  | Welke nationaliteit? | Jonge vaandeldragers | Fotogalerij | Contact
andreas arnoldus janssenaajanssenvoorfabriekkinderenjwasybilla adelgunda stinkes
Inhoudsopgave

De eerste en tweede generatie: van Helden naar Tegelen

De derde generatie:
Andreas Janssen

Pottenbakkers

De vierde generatie:
Josephus Laurentius
Janssen


Joseph Engels

De vijfde generatie:
Andreas Arnoldus Janssen


Naar Deventer


De pottenbakkerij

De zesde generatie

De zevende generatie

De achtste generatie

De familie Koolhof

De familie Engels

De familie Bernards

Andere zijtakken


Overige informatie
De potttenbakkers

Een zeer belangrijke nijverheid in Tegelen is de potten- en pannenbakkerij. Deze bedrijfstak is aan het einde van de 18de eeuw in een groeifase. Rond 1780 kent Tegelen vier potten- en twee pannenbakkers. Uit de bevolkingslijsten rond 1800 kunnen we opmaken dat de klei-nijverheid aan betekenis heeft gewonnen: negen inwoners van Tegelen zijn nu zelfstandig werkzaam in deze bedrijfstak. In 1812 heeft de klei-nijverheid nog meer aan betekenis gewonnen: nu zijn 15 inwoners zelfstandig werkzaam in deze bedrijfstak. Gemiddeld zijn in iedere potten- of pannenbakkerij drie arbeiders werkzaam. Ze werken niet tegen stukloon, maar verdienen 30 stuivers per dag. De potten worden voor het merendeel naar Holland verzonden. De pannen worden allemaal in het gebied van het Roerdepartement verkocht.
De gebruikte klei wordt op de Tegelse Ulingsheide gestoken. Waarshijnlijk is de kwaliteit zo goed, dat Tegelen zich ontwikkelt tot een keramisch centrum. Rond 1815 telt Tegelen 20 pottenbakkerswerkplaatsen en enkele pannenbakkerijen. Na de oprichting van de aardewerkfabrieken van Regout in Maastricht in 1836 vermindert de glorie van de Tegelse pottenbakkerijen. Daarentegen beginnen de pannenbakkerijen pas in 1870 aan een bloeiperiode.

De groei van de bevolking houdt gelijke tred met de ontwikkeling van de potten- en pannenbakkerijen. In het jaar 1760 telt Tegelen 600 inwoners, in 1800: 680, in 1830: 857 en in 1859: 1644. Zo ziet men dat het inwoneraantal tussen 1760 en 1800 nauwelijks verandert, maar onmiddelijk na 1800 – als de potten- en pannenbakkerijen zich uitbreiden – sterk stijgt. De personen die aangelokt door deze nieuwe industrie zich in Tegelen vestigen, huwen daar en stichten er hun gezin.

{bronnen: Drs. M.P.H.M Dings : ‘Tegelen in de Franse tijd 1794-1814’ (1987) en P.M Canoy: ‘Tegelen en Steyl, Herinneringen van Vader tot Zoon’ (1861).}

Stamboom











Documenten